Bert Bentsink (32) was 22 jaar oud toen hij onverhoopt te horen kreeg dat hij vader zou worden. De vrouw die van hem in verwachting was kende hij op dat moment amper. Het nieuws van de zwangerschap ging gepaard met een tsunami aan emoties. Zijn primaire reactie was er een van angst, twijfel en paniek. Hij vond zichzelf nog helemaal niet goed uitgerust voor zo’n grote verantwoordelijkheid.
Bovendien voelde hij zich voor schut gezet en ongehoord. Zij zei ook overvallen te zijn, maar Bert voelde zich er een beetje ingeluisd. Omdat Bert het pas na twaalf weken hoorde en ook omdat ze ouder was. De prille lustrelatie die hij met de moeder had bleek niet bestand tegen de onverwachte komst van een kindje.
Aanvankelijk wilde hij niet, maar hij besloot er uiteindelijk voor zijn dochter te willen zijn. Tot duidelijke zorgafspraken of goed co-ouderschap kwamen ze nooit. In de turbulente tien jaar die volgden nam zijn vaderrol veel verschillende gedaanten aan. Van betrokken papa met vaste zorgdagen tot verstoten vader op afstand.
Zijn pasgeboren dochter Noa woont bij haar moeder, waar Bert vaak langsgaat om te helpen. Haast geforceerd probeerde Bert zichzelf nuttig te maken, maar hij voelde zich het derde wiel aan de wagen. Die periode voelt voor hem aan als een dubbelleven. Als hij naar binnen stapte was hij ineens vader, maar liep hij een paar uur later de deur uit, dan was hij weer een studentikoze, zorgeloze 23-jarige.
Hun wisselende contact heeft ook effect op het contact met zijn dochter. Als we ruzie hadden, zag ik mijn dochter een paar maanden niet en had ik geen contact met haar vertelt Bert.
Bert voelt zich overgeleverd aan de moeizame verstandhouding met Noa’s moeder en sinds drie jaar heeft hij nauwelijks tot geen contact met zijn dochter. Mede hierdoor stort hij op zijn 29e in en belandt hij in een burn-out. Bert vindt het jammer dat hij haar niet ziet, maar hij moet zichzelf ook beschermen. Telkens weer een band opbouwen en afscheid nemen valt hem emotioneel zwaar en is ook niet goed voor zijn dochter.”
Toch begrijpt hij Noa’s moeder ook. Hij weet zeker dat het voor haar minstens net zo zwaar en ingewikkeld is geweest. Het liefst stapt hij over hun problemen heen om het belang van hun kind voorop te stellen.
Volgens Bert is er het maatschappelijke stigma dat je een soort van flierefluiter bent die “rondneukt” en niet bereid is om verantwoordelijkheid te dragen als het moeilijk wordt.
Bert werkt nu bij VPRO Nederland en besloot om een audiodocumentaire te maken over dit fenomeen.
In de audiodocumentaire “plotse papa’s” wisselt Bert ervaringen uit met jonge mannen die iets soortgelijks hebben meegemaakt. Bert kreeg ontzettend veel reacties, vooral van andere ‘plotse papa’s’. Dat Bert niet de enige is die worstelde met zijn plotse vaderschap leek hem logisch. Maar dat zóveel mannen zich in de documentaire zouden herkennen, had hij niet verwacht. Vaak voelden zij opluchting: Wat fijn dat dit onderwerp besproken werd
Bert maakte 2 podcasts voor VPRO NL. Beide podcasts kan je hier beluisteren:
Plotse papa’s deel 1
Plotse papa’s deel 2